Als je ogen stralen als sterren

je mond zich langzaam verbreedt,

welt in mij ‘n melodie,

die me versmelt met hogere sferen.

Daar waar vleugels zich ontvouwen

waar luchtkastelen als gebouwen

rijzen uit het niets.

Je lach omspant ‘n heel klavier,

van kirren tot glissando,

‘n symfonie in harmonie

draag ik in mijn handen.

Bé Bary