Als je ogen stralen als sterren
je mond zich langzaam verbreedt,
welt in mij ‘n melodie,
die me versmelt met hogere sferen.
Daar waar vleugels zich ontvouwen
waar luchtkastelen als gebouwen
rijzen uit het niets.
Je lach omspant ‘n heel klavier,
van kirren tot glissando,
‘n symfonie in harmonie
draag ik in mijn handen.
Bé Bary -Van Den Brink